achterklap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·klap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterklap
verkleinwoord achterklapje achterklapjes

Zelfstandig naamwoord

de achterklapm

  1. kwaadsprekerij achter iemands rug om
    • Simon Sebag Montefiore (1965) schreef o.a. een alom geprezen tweedelige Stalin-biografie. In zijn nieuwe boek raken belangrijke gebeurtenissen ondergesneeuwd door erotische hoogstandjes en achterklap.[4] 
    • Charles gaat in Woodstock wonen en maakt er een prachtige plaat waarop het liedje staat waar Hoskyns zijn boek naar vernoemde: ‘Small Town Talk’, over de roddel en achterklap in Woodstock: ‘you know how people are. They can't stand to see, someone else doing what they want to’.[5]  
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders
er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt
Vertalingen

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
achterklappen

achterklap

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterklappen
    • Ik achterklap. 
  2. gebiedende wijs van achterklappen
    • Achterklap! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterklappen
    • Achterklap je? 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen