In het atelier van Liesbet Slegers

Hoe ziet de werkruimte van illustratoren eruit? Wat zijn hun rituelen, talismannen en eigenaardigheden? Waaruit putten ze inspiratie en hoe komen ze tot hun beste werk? Journaliste Katrien Steyaert mag binnenkijken in hun ateliers en in hun creatieve geesten. Michiel Devijver maakt er foto’s bij. Deze keer: op bezoek bij prentenboekenmaker Liesbet Slegers in Herentals.

door Katrien Steyaert | foto's: Michiel Devijver

Moemoehuis

Niets plezanters dan af en toe harde rock draaien en dan bergen werk verzetten. Muziek kan zo’n puurheid en kracht hebben dat ze mij alert maakt en aanspoort. In mijn boeken zie je ook dat ik niet vaak kies voor zachte kleuren en naar de essentie wil. Less is more, leerde ik in mijn opleiding grafische vormgeving. Ook tijdens onze verbouwingen tien jaar geleden kon ik met weinig middelen toch veel doen. Ik werkte gewoon in de gang of met mijn computer op de afwasmachine. Dit was eerst een moemoehuis, in ‘jaren 50’-stijl, maar nu is het modern, ecologisch en heb ik een groot atelier met zicht op de natuur.’

Ontwaken in de tuin

‘Onlangs werd ik gebeten door Marcel, de zus van Chanel, onze nieuwe varkentjes. Maar meestal is het heel leuk om hen eten te gaan geven achteraan in de tuin. ’s Morgens doe ik direct mijn laarzen aan en ga ik de frisse lucht in! Ik ben van de eerste seconde heel actief, terwijl mijn man en dochters graag rustiger wakker worden.’ (glimlacht) ‘Roos en Fien zijn intussen zeventien en vijftien. Ik vind het heel gezellig dat we na de werkdag samen eten of chillen voor tv. Het is misschien taboe, maar het ontspant me om eens goed te lachen met een leuke quiz of een inkijk te krijgen in mensen hun levens, zoals in het VRT-programma Het huis.’

Angstje

‘Ik kan zonder schuldgevoel gerust al eens om drie uur stoppen en gaan joggen. De kans dat ik dan goede ideeën krijg is trouwens veel groter dan als ik aan mijn computer zit. Niet als er vriendinnen meelopen natuurlijk, maar als ik alleen in het bos ben, krijg ik vaak een flits van helderheid: deze oplossing is origineler dan wat ik nu heb, of dit wordt de insteek van mijn volgende boek. Over dat concept denk ik lang en goed na. Ik laat ook twijfel toe. Ja, zelfs na meer dan 150 boeken. Elke keer dat ik iets nieuws doe, voel ik een kleine angst: wat als mensen het niet meer leuk vinden?’

“Elke keer dat ik iets nieuws doe, voel ik een kleine angst: wat als mensen het niet meer leuk vinden?”

Costa Rica

‘Ik was lang niet het type voor avontuurlijke vakanties, maar gelukkig geeft mijn man me daarin duwtjes. Ondertussen hóu ik ervan. Naast mijn bureau hangen foto’s van een verrijkende reis met het gezin naar Costa Rica en ook op werkvlak evolueer ik de laatste tijd. Ik blijf houden van vaste stramienen, vandaar dat ik hele reeksen volgens hetzelfde concept maak. Tegelijk verfris ik stapsgewijs mijn manier van werken. Vroeger kleurde ik mijn illustraties als een volledige scène in met acrylverf, waarna ik die scande. Nu schilder ik figuren en elementen apart zodat ik daarna meer collagemogelijkheden heb op de computer.’

In de wastrommel

Voor 2022 overweeg ik deze belofte aan mezelf: elke maand beschilder ik een doek, liefst zo bruut mogelijk, dat is wel mijn ding. In Noorwegen vond ik ooit een charmant jaren stillekes-boek met daarin zo’n sterke prent van een haas dat ik het op diezelfde spontane manier naschilderde. Als ik me zo vrij voel, krijg ik tijdens de uitwerking van boeken ook de meest originele ideeën. Toen ik bijvoorbeeld in De kaasmaker een fabrieksvloer moest afbeelden, bedacht ik dat ik de blinkende, steriel ogende binnenkant van mijn wastrommel kon fotograferen. Dat is veel verrassender dan een grijs vlak te schilderen.’

“Toen ik in 'De kaasmaker' een fabrieksvloer moest afbeelden, bedacht ik dat ik de blinkende, steriele binnenkant van mijn wastrommel kon fotograferen. Dat is veel verrassender dan een grijs vlak te schilderen.”

Bijna flauwgevallen

‘Op school was ik de aquarel-primus, het resultaat leek wel een foto. Maar ik ben heel plichtsbewust dus als ik nu nog zo zou werken, zou ik me verliezen in minutieuze details. Daardoor bracht ik vroeger ook uren in copycenters door - tot ik er bijna flauwviel van de warmte - want dat was toen de enige manier om mijn schetsjes uit te vergroten. Dat was een tip van een leraar, die me zei dat ik zo het dichtste bij mijn spontane eerste ideeën bleef. Ik ben hem nog altijd dankbaar om dat inzicht, maar gelukkig kan ik nu schetsen via scans of foto’s vergroten. Ze blijven mijn gps terwijl ik kleine aanpassingen maak.’

Ongezouten mening

‘Een cover die ik min of meer klaar heb, print ik en plak ik op een bestaand boekje zodat ik er langere tijd naar kan kijken. Dan pas zie ik dat de lijntjes nog te dun zijn of dat het omslagbeeld niet zal opvallen tussen al die andere titels in de winkels. Als ik er nog niet zeker over ben, vraag ik dikwijls aan mijn dochters om hun ongezouten mening. Ze hebben de eerlijkheid die ik ook zie als ik aan kleuters ga voorlezen. Vinden die het saai, dan vallen ze gewoon in slaap. Daarom denk ik bij het begin van het maakproces zo lang na: mijn boeken moeten kinderen iets leren terwijl ze ook plezant blijven.’

“Mijn dochters hebben de eerlijkheid die ik ook zie als ik aan kleuters ga voorlezen. Vinden die het saai, dan vallen ze gewoon in slaap.”

Karel en zijn potje

‘Wat een compliment toen een moeder me vertelde dat haar zoontje niet wou gaan slapen zonder een van mijn boekjes, ook al was dat volledig kapot. Even dankbaar was ik toen ik op de Boekenbeurs van een koppel hoorde dat hun kind zindelijk was geworden dankzij Karel en zijn potje. De leefwereld van die allerkleinsten zit er bij mij ingebakken. Soms stelt de eindredacteur een ander woord voor en voel ik direct: nee, dat gaat te abstract zijn. Bij "mensen" kan een driejarige zich niets voorstellen, bij "mama en papa" wel. Ik denk heel graag en vaak na over taal, waarschijnlijk dankzij mijn vader die germanist is.’

 

Blonde boswachter

Ik ben blij dat het in de huidige tijdsgeest soms "mama en mama" of "papa en papa" is, want dan kan ik nieuwe dingen tekenen. Ik maak daarbij nooit een statement om het statement. Jongens mogen nog altijd met autootjes spelen, vind ik, maar soms geef ik ze genderneutrale blokken. Zoiets gebeurt bijna vanzelf. Pas achteraf merk ik bijvoorbeeld dat in mijn boeken de vrouwen gaan werken terwijl de mannen staan te koken. Maar ik kan ook bewust kiezen voor een blonde, vrouwelijke boswachter of een astroloog met donkere huidskleur. Onze boeiende, diverse samenleving tekenen geeft veel rijkere illustraties.’

“Ik ben blij dat het in de huidige tijdsgeest soms ‘mama en mama’ of ‘papa en papa’ is, want dan kan ik nieuwe dingen tekenen.”

Op stap met de imker

‘Imkers, vuilnismannen, sterrenkundigen: ik mocht al met allemaal eens meelopen voor mijn reeks over beroepen. Stiekem zoek ik altijd iemand uit de Kempen.’ (lacht) ‘Het geeft me zoveel plezier om een boek op te dragen aan bijvoorbeeld de boswachter die mijn schoonouders kennen. Maar het werkt even goed als mijn getuigen niet van hier zijn, hoor. Ze worden mijn klankborden, vertellen me welk jargon ik moet gebruiken en leren me superveel over hun vak. Ik weet nu ook hoe het voelt om met bijen te werken of in de top van een echte raket te staan. Die fascinerende ervaringen pakken ze me niet meer af.’



Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest